Een grootschalige studie toont dat de combinatie van chondroïtine en glucosamine niet moet onderdoen voor celecoxib als artrosebehandeling. Na vier maanden was celecoxib wel nog doeltreffender dan suppletie, maar metingen op 6 maanden toonden dat de pijn in beide groepen gehalveerd was. Het behandelregime bestond uit 500 mg glucosamine-hydrochloride en 400 mg chondroïtinesulfaat driemaal daags.

De Environmental working group heeft een brochure uitgegeven waarin verdedigd wordt dat GGO's geen antwoord bieden op de huidige voedselproblematiek. De landbouw staat inderdaad voor enorme uitdagingen. Steeds meer mensen moeten gevoed worden, met een zo min mogelijke impact op het milieu. De biotechsector schuift genetisch gemodificeerde organismen (GGO's) naar voren als (deel van de) oplossing. Tot nog toe hebben GGO's geen enkele belofte waargemaakt.

Volgens een studie van de Tel Aviv Universiteit werkt een calorierijk ontbijt gevolgd door een laagcalorische avondmaaltijd het best om de bloedsuikerspiegel onder controle te houden. De glucoserespons is in de ochtend immers het laagst. Een zwaar ontbijt helpt dus glucosepieken doorheen de dag in te perken.

Twee regimes werden met elkaar vergeleken:

Wetenschappers van het Linus Pauling Institute hebben ontdekt dat vitamine E langer in het bloed blijft circuleren bij hogere cholesterol- en triglyceridewaarden. Een paradoxale bevinding, want van een hoger aantal 'vetdruppeltjes' in bloed zou je verwachten dat ze meer vitamine E kunnen transporteren. Deze bevindingen werpen een nieuw licht op vitamine E-metabolisme en -behoefte van de mens.

De effecten van een kleine dosis groene thee zijn op moleculair niveau zichtbaar. Groene thee verlaagt DNA-schade in immuuncellen en verhoogt de activiteit van DNA-herstelenzymen. Dat vonden Chinese onderzoekers in een studie waarbij mensen zeven dagen lang groene thee of water dronken.

Het International Agency for Research on Cancer (IARC, Lyon) heeft de status van glyfosaat aangepast naar 'waarschijnlijk kankerverwekkend'. Het IARC is niet de minste: het verzorgt aanbevelingen voor de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Bewijzen uit gegevens van studies met mensen zijn miniem: tot nu toe één bevolkingsstudie die verband kon leggen met lymfoomkanker. Bewijzen uit dierstudies stapelen wel op.

Een grootschalige studie heeft aangetoond dat foliumzuursuppletie het risico op beroerte kan verlagen. De studie uit China telde 20.000 deelnemers, die enalapril, en foliumzuur (0,8 mg) of placebo namen gedurende vier jaar. De resultaten werden gepubliceerd in de JAMA, een van de meest vooraanstaande vakbladen in de medische literatuur. Volgens Walter Willett is deze studie een belangrijke stap in de voedingsgeneeskunde: voor het eerst heeft een gerichte klinische studie van dit formaat aangetoond dat suppletie van foliumzuur effectief zinvol is.

Non-coeliakie glutengevoeligheid (NC-glutengevoeligheid) is een relatief nieuw syndroom die stilaan enige vorm begint te krijgen. Ze werd 30 jaar geleden voor het eerst beschreven en is pas recent als dusdanig erkend om duidelijk onderscheid te maken met coeliakie of tarweallergie. Rond NC-glutengevoeligheid hangt nog steeds een waas van mysterie omdat er geen duidelijke diagnose of marker voor de ziekte bestaat. De prevalentie van NC-glutengevoeligheid varieert tussen 0,6 en 6 %, maar goede statistieken zijn er evenmin.

Twee Canadese onderzoekers hebben de studies die de basis vormden voor de Amerikaanse RDA (recommended dietary allowance), terug onder de loep genomen. De RDA voor vitamine D zoals berekend door het Institute of Medicine (IOM) bedraagt 600 I.E en moet ervoor zorgen dat 97 % van de bevolking een vitamine D-waarde heeft van minstens 50 nmol/l. De Canadese onderzoekers hebben de berekeningen opnieuw gedaan, en kwamen uit op een RDA van minstens 8000 I.E.

Alfaliponzuur verhoogt de biosynthese van mitochondriën in vetcellen. Spaanse en Franse onderzoekers hebben stalen genomen van vetweefsel en die stalen in het laboratorium gevoed met liponzuur. Liponzuur stimuleert ook de verbranding van vetzuren en de omvorming van wit naar bruin vetweefsel.