De VS is een van de weinige landen waar reclame gemaakt mag worden voor een geneesmiddel bij het grote publiek, rechtstreeks bij de consument dus. Reclame werkt steeds met duidelijke boodschappen: waar het in de wetenschap er genuanceerd eraan toe gaat, kentde reclamewereld enkel duidelijke antwoorden op moeilijke wetenschappelijke kwesties.
Depressie wordt herleid naar een neurobiologisch probleem (iets met een serotoninetekort), waarop de wetenschap – zo weten advertenties – een ideale oplossing heeft (SSRI, of iets dat serotoninetekort in de hersenen tegenwerkt). Zowel de rol van neurobiologie als het aandeel van serotonine in depressie worden sterk betwist door de wetenschap. Een SSRI verhoogt onmiddellijk serotonine in de hersenen, toch duurt het ettelijke maanden vooraleer een SSRI in werking treedt ...
Recente studies betwisten zelfs de doeltreffendheid van SSRI's. Gemiddeld werken ze niet veel beter dan een placebo.
In België en Nederland mag geen reclame gemaakt worden, toch niet rechtstreeks aan de consument. Maar gelijkaardige initiatieven doen zich wel voor.
Bewustmakingscampagnes worden op touw gezet, patiëntverenigingen hebben vaak hetzelfde doel. Bv. in België liep lange tijd de campagne 'een op de drie mannen boven de veertig heeft last van erectiestoornissen. Wacht niet, en praat erover met uw arts.' Waar de cijfers vandaan kwamen, was niet duidelijk, evenmin in hoeverre de erectiestoornis een medisch probleem was. Wel was duidelijk wie er achter de campagne zat: een producent voor erectiepillen.
Depressie is op een gelijkaardige manier gemedicaliseerd geraakt. In de jaren vijftig had niemand ervan gehoord; nu is het een hype. Medicalisering bracht nieuwe problemen met zich mee: verslaving, het boetseren van persoonlijkheid en mogelijk een verhoogd risico op zelfmoord.