Melatonine kan de behandeling van delirium bij gehospitaliseerde senioren ondersteunen. Preventie van delirium behoort ook tot de mogelijkheden, vooral bij hoogrisicopatiënten (hoge leeftijd) en in hoogrisicosituaties (chirurgische ingrepen, medicatie). Echter is nog niet aangetoond dat melatonine de ernst van een delirische aanval vermindert. Tot nog toe zijn slechts twee klinische studies met melatonine gedaan, en één studie met een melatonine-agonist (ramelteon).

Kinderen kunnen allergisch worden voor pindanoten nog voordat pindanoten gegeten hebben. Ook blootstelling via de huid kan bijdragen tot vroege sensitizatie, het proces waarop het lichaam reactief wordt voor een allergen. Dat schrijven onderzoekers van de Mount Sinai School of Medicine (New York).

Het vitamine D-niveau bij epilepsiepatiënten kan behoorlijk laag zijn. Nieuwe metingen bij bijna 600 Amerikaanse epileptici toont dat 45 % een vitamine D-waarde heeft lager dan 20 ng/ml. De frequentie van vitamine D-tekort is bij de algemene bevolking 32 %.

Vitamine D-tekort is een belangrijke bekommernis bij epilepsie, want patiënten hebben een twee tot zes keer verhoogd risico op botfracturen. Gebruik van bepaalde medicatie is daar een mogelijke oorzaak van: al na een jaar anti-epilepsiemedicatie is de daling van botdichtheid meetbaar.

Amerikaanse wetenschappers geloven een merkwaardige remedie te hebben gevonden tegen coeliakie. Ze behandelden 12 coeliakiepatiënten met een parasitaire rondworm. Vier patiënten haakten voortijdig af, maar de overige acht waren op het einde van de studie in staat een behoorlijke portie spaghetti te verorberen.

In het experiment gaven de wetenschappers aan 12 volwassenen met coeliakie een portie larven van de rondworm Necator americanus. Tegelijkertijd gaven ze ook stelselmatig gluten aan de deelnemers: de eerste weken begonnen ze met een dosis van 10 à 50 mg gluten per dag, later werd de dosis opgevoerd naar drie gram.

Vitamine B6 kan misselijkheid onderdrukken, al werkt het iets minder goed dan het medicament dimenhydrinaat. Artsen van de Iraanse universiteit van Shiraz gaven aan 140 zwangere vrouwen een tablet met 50 mg vitamine B6 of 50 mg dimenhydrinaat. De artsen lieten de studie 7 dagen duren om de misselijkheid de kans te geven helemaal te verdwijnen.

Colleen Huber, hoofd van de naturopathische NatureWorksBest Cancer Clinic (Arizona), analyseerde gegevens van 317 kankerpatiënten die sinds 2006 in haar kliniek werden behandeld. Volgens die gegevens lag de kankerremissie een stuk hoger bij de patiënten die geen suiker meer aten. Van de patiënten die alle voedingsaanbevelingen van de kliniek volgden, waren er nog 83 % in remissie. Bij patiënten die de naturopathische behandelingen volgden, maar het suikerverbod genegeerd hadden, was dat percentage slechts 17 %.

Spaanse onderzoekers hebben gegevens van de PREDIMED-studie verder geanalyseerd. Studiedeelnemers die hun inname van vitamine K verhoogd zagen, kenden een lager risico op kanker en sterfte tijdens een studieperiode van bijna vijf jaar (zie tabel).

Depressie en/of het gebruik van antidepressiva worden in verband gebracht met diabetes. Een van de meest gebruikte antidepressiva, Prozac® (fluoxetine), belast inderdaad de bètacellen van de pancreas. Ze blokkeren de werking van de mitochondriën, zodat ze een bron van oxidatieve stress worden, in plaats van een cellulaire bron voor energie.

Foliumzuur geeft geen meerwaarde aan antidepressiva, zegt een Britse studie gedaan met 475 patiënten. De 12 weken durende FolATED-studie testte 5 mg foliumzuur uit bij patiënten met matige tot ernstige depressie, die foliumzuur- noch vitamine B12-deficiënt waren. Een klein lichtpuntje: bij patiënten met een lage foliumzuurwaarde leek foliumzuur wel een beetje effectief te worden.

Een goed gedoseerd preparaat met citroenmelisse en valeriaan harmoniseert het leven van gezinnen, dat leren we uit een Duitse studie. Kinderen die het extract nemen, hebben minder conflicten op school en nemen vaker deel aan gemeenschappelijke activiteiten in het gezin. Volgens dezelfde studie daalt de fractie van kinderen met een zwakke concentratie van 75 % naar 14 %. Voor hyperactiviteit daalt de fractie van 61 % naar 13 % en voor impuls gedrag van 59 % naar 22 %. De ouders rapporteren een overduidelijke verbetering van gedrag, slaap en symptoomlast bij hun kinderen.