De onderzoekers voerden een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie uit onder 60 volwassenen met IBS-C (leeftijd 18–50 jaar). De deelnemers kregen twaalf weken lang dagelijks 1 gram spirulina (Arthrospira) platensis of een placebo. Er was aandacht voor naleving, voeding, beweging en psychische gesteldheid. Klinische uitkomstmaten waren kwaliteit van leven, ziektelast, oxidatieve stress, antioxidantcapaciteit en darmdoorlaatbaarheid (zonuline).

Na twaalf weken rapporteerden deelnemers in de spirulina-groep een duidelijke verbetering in kwaliteit van leven (toename van +7,05 versus -1,57 in de placebogroep), lagere ziektelast (afname van -32,17 versus +1,07) en een hogere antioxidantcapaciteit (toename van +145 tegenover een afname van -54,9 bij placebo). Daarnaast daalden zowel malondialdehyde (oxidatieve stressmarker) als zonuline significant in de interventiegroep.

De onderzoekers concluderen dat spirulina een effectieve, veilige aanvulling kan zijn bij de behandeling van IBS-C. Ze vermoeden dat antioxidanten zoals phycocyanine en bètacaroteen, naast effecten op de darmbarrière, bijdragen aan symptoomverlichting via het darm-breinmechanisme. Ook stress, depressie en angst die vaak voorkomen bij IBS, lijken positief te reageren op spirulina, mogelijk via serotoninesynthese en GABA-modulatie.

Toch kent de studie beperkingen. Zo bleef het onderzoek beperkt tot één subtype IBS, werd slechts één (relatief lage) dosis getest en ontbraken gegevens over de darmmicrobiota.