Mestcellen, voor het eerst beschreven door Paul Ehrlich in 1876, zijn vooral berucht vanwege hun rol bij IgE-gemedieerde (type 1, directe type) allergieën. Mede door gebruik te maken van (genetisch) mestcel-deficiënte proefdieren zijn wetenschappers de laatste jaren veel te weten gekomen over de invloed van mestcellen op gezondheid en ziekte.1,2 Niet alleen blijken mestcellen een prominente rol te spelen bij allergieën, maar ook bij onder meer atherosclerose, trombose, aorta aneurysma, ischemie-reperfusieschade, onvruchtbaarheid bij mannen, auto-immuunziekten (waaronder reumatoïde artritis en multiple sclerose), PDS (prikkelbaredarmsyndroom), blaaspijnsyndroom (interstitiële cystitis), ALS (amyotrofische lateraalsclerose), obesitas en diabetes mellitus.1-3 Bij deze aandoeningen is het stabiliseren van mestcellen en/of het remmen van de activiteit van mestcelmediatoren zoals histamine een nieuw aangrijpingspunt voor therapie. Natuurlijke mestcel stabilisatoren zijn onder meer curcumine, L-theanine, bioflavonoïden (waaronder quercetine, luteoline, apigenine), palmitoylethanolamide, pycnogenol, omega-3-vetzuren en diverse kruiden.
Beste bezoeker, u heeft geen toegang.
Enkel (web)abonnees hebben toegang tot tijdschriftartikelen. Het webabonnement is nog in de maak.
U kunt zich wel alvast (gratis) registreren en tal van andere webartikelen raadplegen!