Mogelijk is de samenstelling van de darmmicrobiota een biomarker voor zoutinname. Recent onderzoek laat zien dat het eten van veel zout effect heeft op de samenstelling en functie van het menselijke darmmicrobioom.

In deze studie hebben onderzoekers gebruik gemaakt van metagenomisch onderzoek. Onderzoekers stelden vast dat voeding met veel zout een significante afname veroorzaakte van Bacteroides en een toename van Prevotella in vergelijking met voeding met weinig zout.

De verhouding tussen Firmicutes en Bacteroidetes liet echter geen duidelijk onderscheid zien tussen een hoge en een lage inname van zout. Dit kan betekenen dat deze verhouding beperkingen heeft als je de natriuminname zou willen koppelen aan microbiële veranderingen. Een analyse gebaseerd op geslachten liet zien dat de verhouding tussen Bacteroides en Prevotella mogelijk meer informatie biedt dan de verhouding tussen Firmicutes en Bacteroidetes. Bacteroides en Prevotella zijn de twee meest voorkomende geslachten in het Bacteroidetes-fylum. Gebaseerd op eerdere studies lijkt het aannemelijk dat verhoudingen gebaseerd op geslachten mogelijk meer inzicht geven dan verhoudingen gebaseerd op fyla.

Verder liet functionele analyse zien dat bepaalde bacteriële genen betrokken zijn bij de opname van natrium in voeding met veel zout, wat wijst op mogelijke aanpassingen van de darmmicrobiota aan de hoeveelheid zout in voeding.

Deze studie benadrukt hoe het eten van zout invloed heeft op de samenstelling en functie van de microben in onze darmen. De aanwezigheid van genen die betrokken zijn bij het opnemen van zout suggereert dat microben zich aanpassen aan de hoeveelheid zout in de voeding.