Eiwitten (proteïnen) ontstaan door aaneenrijging van aminozuren tot een keten. Die soms erg lange ketens vouwen zich spontaan op tot een structuur met een functie (enzym, hormoon, receptor, enzovoort). In beginsel zijn er twintig aminozuren, waarvan tryptofaan er een is die in dit nummer apart behandeld wordt. De term peptide verwijst louter naar de aminozuursequentie. Wanneer een proteïne verteerd wordt – door onze spijsvertering of door microbiële fermentatie – ontstaan steeds kleinere proteïnebrokken, peptiden dus. Alle proteïnen zijn peptiden, maar niet alle peptiden zijn proteïnen.