Moeheid of moe zijn heeft zeker in het begin een signaalfunctie. Er is iets mis. Het kan een gezonde waarschuwing zijn dat men teveel doet en dat even rust nodig is. Het kan ook betekenen dat er een onderliggende ziekte is. Meestal gaat de arts dan na welke onderliggende ziektebeelden de oorzaak kunnen zijn. Ook worden enkele voedingsoorzaken meegenomen zoals ijzertekort.
De voeding kent echter nog vele andere mogelijke oorzaken. Vele van de meer dan 40 essentiële voedingsstoffen geven bij een tekort moeheidsverschijnselen. Omgekeerd kan hetzelfde gebeuren bij een teveel. Alle essentiële voedingsstoffen worden namelijk toxisch bij een teveel. Het is ook mogelijk dat een teveel van toxische stoffen (mede)oorzaak is van de klachten zoals een teveel aan lood, cadmium of andere toxische stof.
Het is moeilijk om de precieze oorzaak te vinden, alleen al door de vele mogelijkheden en meer dan één oorzaak. Analyse van essentiële nutriënten, zoals (sporen)elementen, aminozuren, vitaminen en vetzuren, is vaak noodzakelijk. Verder ook toxische invloeden.
De energievoorziening in het menselijke lichaam is afhankelijk van de biochemische processen die dit mogelijk maken. De zogenaamde citroenzuurcyclus is hierbij zeer belangrijk en bij verminderde functie kan moeheid optreden. De B-vitaminen en magnesium zijn hierbij belangrijk ter stimulering. Daarnaast nog meer nutriënten. Het schildklierhormoon stimuleert eveneens het energieniveau waarbij het vrije hormoon FT3 het belangrijkste is. Echter het RT3 doet het omgekeerde. Ook een teveel aan wijnsteenzuur remt de citroenzuurcyclus.
Zijn er naast de moeheid nog andere klachten, zoals pijn, dan is er meestal tevens sprake van een ontstekingsproces. Men spreekt dan wel over een chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) of ook wel ME. Deze vormen zijn veel moeilijker te behandelen. Het onderliggende ontstekingsproces dat mogelijk door virussen of andere ziektekiemen was veroorzaakt moet dan ook behandeld worden. Bij virussen is het nuttig om na te gaan in hoeverre deze het immuunsysteem hebben aangetast. De nagalase-test is dan belangrijk.
C.V. E.F. Vogelaar, PhD
1962-1969: University of Utrecht; Biochemistry and Endocrinology
1969-1974: Central Laboratory Netherlands Red Cross; Thesis: Optimal use of human blood
1974-1982: Laboratory director of laboratory for MD's including preventive health care
1982-1987: Director of thrombosis service of Red Cross
1982-1999: Director of MDPC:preventive health clinics
1984 - present: Director of ELN (European Laboratory of Nutrients)
1988 - present: President of WHF (World Health Foundation)
2005 - present: Professor of Clinical Nutrition: Medical faculty of Benadir University, Somalia