
Adolescenten die van jongs af aan fysiek actief zijn en hun schermtijd beperken, hebben minder stress en depressieve klachten. Dit blijkt uit een nieuwe Finse cohortstudie gepubliceerd in JAMA Network Open.
De studie maakt deel uit van de Physical Activity and Nutrition in Children (PANIC) Study, een langlopend onderzoeksproject naar leefstijl en gezondheid bij kinderen. Onderzoekers volgden 504 kinderen vanaf 6-9 jaar, waarbij zij de invloed van fysieke activiteit, schermtijd, slaap en voeding op mentale gezondheid onderzochten.
Na een 8-jarige follow-up namen 187 adolescenten deel aan de analyse van zelfgerapporteerde leefstijlgedragingen, terwijl 170 jongeren werden meegenomen in de analyse van gegevens met de uniaxiale accelerometer, een bewegingssensor om fysieke activiteit, zittend gedrag en slaapduur te beoordelen.
De deelnemers vulden op drie meetmomenten (aan het begin, na twee jaar en na acht jaar) vragenlijsten in over hun dagelijkse fysieke activiteit, schermgebruik en voedingspatroon. Voor het beoordelen van de mentale gezondheid maakten de onderzoekers gebruik van betrouwbare meetinstrumenten voor stress en depressieve symptomen bij jongeren.
De resultaten laten zien dat meer fysieke activiteit en begeleide sportbeoefening samenhangen met minder stress en depressieve symptomen. Daarentegen blijkt dat jongeren die vanaf de kindertijd veel tijd achter een scherm doorbrengen, met name op mobiele apparaten, hoger scoren op stress- en depressietests. Opvallend is dat de kwaliteit van voeding en de duur van slaap in deze studie geen duidelijke relatie vertoonden met mentale gezondheidsproblemen. Dit staat in contrast met eerdere studies waarin voeding en slaap als belangrijke factoren werden gezien.
De onderzoekers geven aan dat vervolgstudies nodig zijn om causale verbanden beter in kaart te brengen. Ook pleiten zij voor interventiestudies om te testen hoe minder schermgebruik daadwerkelijk bijdraagt aan verbeterde mentale gezondheid.