‘Low carb’ effectiever dan ‘low fat’ in verlagen visceraal vet

Uit een recente klinische studie kwam naar voren dat een gezonde koolhydraatarme voeding visceraal vet sterker vermindert dan een gezonde vetarme voeding. Dit kan het risico op cardiometabole ziekten verlagen. Het effect was het grootst bij mannen.

In een twaalf maanden durende gerandomiseerde gecontroleerde studie keken onderzoekers naar de effecten van een gezonde koolhydraatarme voeding versus een vetarme voeding op visceraal vetweefsel. Visceraal vetweefsel is een belangrijke factor bij metabole ontregeling.

De onderzoekers wezen 449 volwassenen (60% vrouwen, gemiddelde leeftijd 39 jaar) zonder diabetes en met een BMI tussen 28 en 40 willekeurig toe aan één van beide voedingspatronen.

De interventie omvatte 22 instructiesessies verspreid over twaalf maanden, georganiseerd in voedingsspecifieke groepen van ongeveer zeventien deelnemers. De deelnemers kregen de instructie om hun inname van totaal vet of koolhydraten te verminderen tot 20 g/d gedurende de eerste acht weken. Vervolgens voegden ze langzaam weer ofwel vetten of ofwel koolhydraten toe aan hun dieet. Ze deden dit in stappen van 5–15 g/d per week, tot het laagste niveau van inname waarbij ze dachten dat het langdurig vol te houden was. Ze kregen geen expliciete instructies voor het beperken van energie-inname (kilocalorieën). Voor de randomisatie en in maand zes en twaalf voerden onderzoekers een orale glucosetolerantietest van 75 g uit en maten de insulineconcentratie dertig minuten na de glucose-inname.

De koolhydraatarme groep liet een significant grotere afname van het vetweefsel zien na zes maanden (10,6 cm²) en na twaalf maanden (6,3 cm²) vergeleken met de vetarme-groep. Het effect op visceraal vetweefsel was het grootst in de eerste zes maanden en was vooral significant bij mannen. De insulinesecretie had geen invloed op het verschil in verlies van visceraal vetweefsel. De koolhydraatarme voeding leidde tot een reductie van metabool schadelijk visceraal vet, wat het risico op cardiometabole ziekten kan verlagen. De auteurs geven aan dat het onderzoek gericht was op fysiologische factoren, maar dat bij de regulatie van lichaamssamenstelling ook een complexe interactie met gedrags- en omgevingsfactoren meespeelt.

Verschenen in de nieuwsbrief van