Bijna elke Nederlander (negen op tien) zal ooit te maken krijgen met een niet-overdraagbare ziekte, en drie op tien Nederlanders zal meerdere niet-overdraagbare ziekten krijgen tijdens zijn leven. Dat tonen gegevens ons afkomstig van de Rotterdam Study, een cohortonderzoek dat in 1990 opgestart werd en die ondertussen 15.000 deelnemers telt. Drie leefstijlfactoren kunnen de eerste diagnose van een niet-overdraagbare ziekte uitstellen: bij niet-rokers met een gezonde bloeddruk en normaal lichaamsgewicht duurt het gemiddeld negen jaar langer voordat ze hun eerste diagnose krijgen dan bij rokers met hoge bloeddruk en overgewicht.
Niet-overdraagbare ziekten zijn alle niet-infectieuze ziekten waarvan hart- en vaatziekten, diabetes, kanker, dementie en chronische aandoeningen aan de luchtwegen de belangrijkste doodsoorzaken zijn in het Westen. De drie 'grote' risicofactoren hebben een grotere impact op chronische ziektevrij dan op levensverwachting (zes jaar). Dat wil zeggen dat de periode tussen eerste diagnose en sterfte korter is: 'compressie van morbiditeit'.
Voor de onderzoekers benadrukken de resultaten de inspanningen die we moeten leveren op het vlak van 'primordiale' preventie. Primaire preventie tracht ziekte te voorkomen bij mensen die de ziekte nog niet hebben maar die wel een hoger risico lopen (rokers, overgewicht). Primordiale preventie pakt de risicofactoren zelf aan en komt healthy aging echt ten goede.