Gedurende de laatste jaren is de publieke belangstelling voor het intestinale microbioom sterk gestegen. Tegelijkertijd hebben nieuwe moleculair-genetische analysemethoden de mogelijkheden verbeterd om veranderingen binnen de darmmicrobiota te detecteren. Er worden sindsdien bijna wekelijks bacteriën beschreven, waarvan wordt aangenomen dat ze de oorzaak kunnen zijn van ziekten. Hoe moeten deze studies worden geëvalueerd? En wat kunnen we ermee in de praktijk?
Tien jaar geleden werd het ‘Human Microbiome Project’ in het leven geroepen door United States National Institutes of Health, een project dat de invloed van de bacteriën op onze gezondheid in kaart moest brengen. Sindsdien zijn er duizenden publicaties verschenen met nieuwe bevindingen over de tot nu toe nog grotendeels onbekende bacteriënwereld.
Maar wat betekenen deze nieuwe wetenschappelijke inzichten voor uw dagelijkse praktijk? Zijn ze alleen van wetenschappelijk belang of maken zij een meer gerichte en betere darm-therapie mogelijk?
Tijdens deze workshop krijgt u een overzicht van de laatste wetenschappelijke inzichten over hoe veranderingen in het microbioom in verband gebracht kunnen worden met diverse aandoeningen zoals obesitas, chronisch inflammatoire aandoeningen, allergieën, depressies enz.
Hoe kan het darmmicrobioom beïnvloed worden en welke therapieën zijn hier in het bijzonder voor geschikt? Voeding speelt hierbij een grote rol. Alles wat in de darm terechtkomt, heeft een directe invloed op het microbioom. Een verandering in de hoeveelheid voedingsvezels gedurende slechts 14 dagen heeft bijvoorbeeld al een snelle en duidelijke uitwerking op het microbioom.
Voedingsvezels oftewel prebiotica zijn poly- of oligosacchariden, die uit verbindingen van glucose, fructose of andere suikers of suikerderivaten bestaan, die het menselijk lichaam niet kan afbreken, zoals bijvoorbeeld een bepaald resistent zetmeel (RS3), fructo-oligosaccharide (FOS), galacto-oligosaccharide (GOS), xylo-oligosaccharide (XOS), arabinoxylo-oligosaccharide (AXOS), fructanen (inuline) en acaciavezels.
Van voedingsvezels is al langer bekend dat ze de microbiota en het darmslijmvlies gunstig beïnvloeden. De gunstige beïnvloeding van het darmslijmvlies gebeurt vooral door de vorming van korte-keten-vetzuren zoals butyraat, acetaat en propionaat.
Laat u door Nazan van Gelderen inspireren voor zowel de nieuwe diagnostische als de therapeutische mogelijkheden!
Over de spreker
Nazan van Gelderen is natuurvoedingskundig en orthomoleculair therapeut. Ze is als gastdocent verbonden aan het orthomoleculair opleidingsinstituut OrthoLinea en het Opleidingsinstituut voor Preventieve en Functionele Geneeskunde (OPFG). Tevens werkt zij voor het Duitse laboratorium Biovis. Zij is verantwoordelijk voor de Biovis activiteiten in Nederland, waarbij zij onder meer de contacten met de Nederlandse artsen en therapeuten onderhoudt. http://www.biovis-diagnostik.eu/nl/