Ideale ondersteuning: goed laboratoriumonderzoek van voedingsfactoren

Iedereen heeft onbegrepen klachten. Het zijn meestal verschijnselen die niet ernstig zijn. Voor een groot deel zijn deze klachten/symptomen te wijten aan een niet goede interne voedingstoestand. De onbegrepen klachten worden pas een serieus probleem als de ernst toeneemt. Als dan een bezoek aan de huisarts gevolgd door bezoeken aan allerlei specialisten niets oplevert, is er voor de patiënt een groot probleem. Deze artsen hebben meestal niet of nauwelijks kennis over voeding en gaan deze mogelijkheid dus niet na. Uitgebreid laboratoriumonderzoek kan in principe alle verstoringen in de voeding analyseren. Als de relaties tussen voedingsfactoren en klachten bekend zijn, kan een gericht onderzoek worden gedaan. 

Welke afwijkingen er in de voeding zijn en met welke klachten/ ziektebeelden die samenhangen is al wel voor meer dan 100 klachten/ziektebeelden uitgezocht. Van lang niet alle klachten is goed uitgezocht met welke tekorten of disbalans die samengaan. In een dergelijke situatie is een bredere screening gewenst om alle mogelijke oorzaken vanwege de voeding te vinden. 

De belangrijkste testen met het meeste resultaat zijn: 

  • Elementen in bloed III 
  • Elementen in urine II 
  • Aminozuren in 24 uurs urine 
  • Vitaminen III 
  • Essentiële vetzuren. 

Andere belangrijke testen zijn de allergietesten (oorzaak van tamelijk veel onduidelijke klachten). Verder zijn belangrijk diverse andere testen zoals bv. Glutathion (geoxideerd en gereduceerd), vrij T3 etc. Sinds het begin van haar oprichting in 1984 heeft het ELN vele malen bijgedragen aan het vinden van de oorzaken van onbegrepen klachten. 

Over de spreker

Emar Vogelaar heeft biochemie en endocrinologie gestudeerd aan de Universiteit van Utrecht. Sinds 1984 is hij directeur van het Europees Laboratorium voor Nutriënten (ELN). Dit is een laboratorium dat gespecialiseerd is in het vaststellen van de voedingstoestand van patiënten en van (ogenschijnlijk) gezonde mensen. Daarnaast is hij sinds 1988 president van de World Health Foundation.